Prinsjesdagspecial: welke maatregelen zijn voor u van belang?
Belastingplan 2022
Vastgoed | (vermogende) particulieren
Tijdens Prinsjesdag 2021 werd weer een aantal (wets)voorstellen uit het Belastingplan 2022 gepresenteerd. Deze zijn onder te verdelen in de volgende onderwerpen: COVID-19; ondernemingen; werkgever; BTW; internationale situaties; vastgoed; auto & mobiliteit; (vermogende) particulieren en overige. De voorgestelde maatregelen zullen per 1 januari 2022 in werking treden.
De onderwerpen "Vastgoed" en "(Vermogende) particulieren" worden in deze blog expliciet opgenomen. Wilt u meer weten over de andere maatregelen? Houd dan de site in de gaten.
VASTGOED
Eigenwoningregeling bij overlijden
De regeling rond de eigenwoningreserve (EWR) wordt weer hersteld naar situatie van vóór 2013. Een EWR wordt weer gekoppeld aan de persoon van de belastingplichtige en komt bij overlijden van rechtswege te vervallen. Een EWR gaat daardoor nooit over op een andere belastingplichtige. Dit geldt ook voor de aflossingsstand. Een achterblijvende partner wordt door deze wijzigingen niet onnodig geconfronteerd met het eigenwoningverleden van de overleden fiscale partner.
Eigenwoningregeling en partnerschap
Er worden wijzigingen voorgesteld in de toepassing van de bijleenregeling en de aflossingsstand om de regelingen rechtvaardiger te maken in partnersituaties. Hiermee worden niet-beoogde beperkingen van renteaftrek voorkomen, die mensen ook hadden kunnen vermijden. Bijvoorbeeld met andere huwelijkse voorwaarden of door geen samenlevingscontract af te sluiten. Een eerder beleidsbesluit (over onder meer de bijleenregeling bij gezamenlijke aankoop en financiering van een eigen woning door fiscale partners waarvan een of beiden een eigenwoningverleden hebben) wordt nu in de wet vastgelegd.
Huurtoeslag en huurgrensoverschrijding
Bij een rekenhuur boven de maximumhuurgrens bestaat in beginsel geen recht op huurtoeslag. Een uitzondering op deze regel is het verworven recht. De voorwaarden voor deze uitzondering worden versoepeld. Voorgesteld wordt de eis te laten vervallen dat in de maand voor de huurgrensoverschrijding recht op huurtoeslag moest bestaan. Deze maatregel moet voorkomen dat burgers hun huurtoeslag definitief verliezen als die in een voorgaand jaar door huurgrensoverschrijding tijdelijk geen recht meer hebben op huurtoeslag (bijvoorbeeld door een te hoog inkomen).
Geen OVB bij verkoopregulerend beding
Met dit voorstel wordt geregeld dat (onder voorwaarden) een vrijstelling van overdrachtsbelasting (OVB) geldt voor de terugkoop van een woning van een natuurlijk persoon. De vrijstelling geldt als daarmee uitvoering wordt gegeven aan een verkoopregulerend beding. Denk daarbij aan het volgende. Een woning wordt door een aanbieder van woningen met (kopers)korting verkocht aan een bewoner. Als de aanbieder de woning later ingevolge het beding terugkoopt van de bewoner is het niet wenselijk de verkrijging van de woning naar het algemene tarief (thans 8%) te belasten. Als de aanbieder de woning daarna namelijk doorverkoopt aan een starter, mag de aanbieder deze overdrachtsbelasting niet doorbelasten. Dit zou aanbieders ontmoedigen om door te verkopen aan starters.
Tarief OVB en onvoorziene omstandigheden
Als een natuurlijk persoon een woning verkrijgt die voor hem als hoofdverblijf gaat dienen, hoeft hij maar 2% (of soms zelfs geen) overdrachtsbelasting (OVB) te betalen. Bij het toetsen aan dit hoofdverblijfcriterium kan men al rekening houden met onvoorziene omstandigheden die zich voordoen na de verkrijging, bijvoorbeeld overlijden of schenking. Deze bepaling wordt verder versoepeld. Men mag ook aan de hand van een verklaring rekening houden met onvoorziene omstandigheden die zich voordoen nadat de koopovereenkomst tot stand is gekomen, maar vóór de levering. Belangrijk is dat de verkrijger vóór het moment van de onvoorziene omstandigheid de intentie had om de woning als hoofdverblijf te gaan gebruiken, maar door deze omstandigheid hier niet meer toe in staat is.
Aanpassing antimisbruikbepaling WBR
Per 1 april 2021 geldt de startersvrijstelling overdrachtsbelasting voor woningen tot € 400.000 (de woningwaardegrens). Om te voorkomen dat woningen gesplitst worden verkregen om zo onder die woningwaardegrens te blijven, bestaat een antimisbruikbepaling. Die regeling in de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR) heeft als doel het voordeel van de startersvrijstelling weg te nemen als het totaal van de waarde van de verkrijgingen uitkomt boven € 400.000. Deze wordt gewijzigd om een aantal onduidelijkheden weg te nemen.
Tip!
De antimisbruikbepaling wordt niet toegepast als bij de eerste verkrijging de woningwaardegrens nog niet gold, en evenmin bij verkrijgingen krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht van de persoon die de startersvrijstelling heeft toegepast.
Vereenvoudiging aangifteproces OVB
In 2022 zal de inhoud van het aangiftebericht overdrachtsbelasting (OVB) worden uitgebreid. Vanaf dan moet de notaris meer gegevens via het aangiftebericht aanleveren (zoals het BSN en de vrijstelling waarop een beroep wordt gedaan). Sommige gegevens die al via het aangiftebericht aan de Belastingdienst worden verstuurd, hoeft de notaris dan niet meer afzonderlijk aan de Belastingdienst door te geven. Dit geldt bijvoorbeeld voor de schriftelijke verklaring die een particuliere koper van een woning invult bij toepassing van de startersvrijstelling of het verlaagde tarief.
Aanpassingen verhuurderheffing
Het tarief van de verhuurderheffing gaat omlaag naar 0,485%. Voorts zijn er heffingsverminderingen verhuurderheffing. Hiervoor wordt een bedrag in de Rijksbegroting gereserveerd. Deze heffingsverminderingen kunnen per de eerste dag van elk kwartaal tot nihil worden verminderd bij overschrijding van het begrote bedrag. Het wetsvoorstel voorziet erin dat de heffingsverminderingen voortaan op de eerste dag van elke maand op nihil gesteld kunnen worden.
(VERMOGENDE) PARTICULIEREN
Tarieven inkomstenbelasting 2022 niet-AOW-er
Belastingplichtigen die aan het begin van 2022 nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, krijgen in 2022 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken.
Tarief inkomstenbelasting 2022 |
|||
Box 1- |
Bel.ink. meer dan (€) |
maar niet meer dan (€) |
Tarief 2022 (%) |
Schijf laag tarief |
- |
69.398 |
37,07% |
Schijf hoog tarief |
69.398 |
- |
49,50% |
Tarief inkomstenbelasting 2021 |
|||
Box 1- |
Bel.ink. meer dan (€) |
maar niet meer dan (€) |
Tarief 2021 (%) |
Schijf laag tarief |
- |
68.507 |
37,10% |
Schijf hoog tarief |
68.507 |
- |
49,50% |
Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie andere premies volksverzekeringen gelden, is een andere tariefstructuur van toepassing.
Tarieven inkomstenbelasting 2022 AOW-ers
Belastingplichtigen die aan het begin van 2022 de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en zijn geboren na 1946, krijgen in 2022 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken.
Tarief inkomstenbelasting 2022 (AOW-ers) |
|||
Box 1- |
Bel.ink. meer dan (€) |
maar niet meer dan (€) |
Tarief 2022 (%) |
Tarief schijf 1 |
- |
35.472 |
19,17% |
Tarief schijf 2 |
35.472 |
69.398 |
37,07% |
Tarief schijf 3 |
69.398 |
- |
49,50% |
Tarief inkomstenbelasting 2021 (AOW-ers) |
|||
Box 1- |
Bel.ink. meer dan (€) |
maar niet meer dan (€) |
Tarief 2021 (%) |
Tarief schijf 1 |
- |
35.129 |
19,20% |
Tarief schijf 2 |
35.129 |
68.507 |
37,10% |
Tarief schijf 3 |
68.507 |
- |
49,50% |
Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie andere premies volksverzekeringen gelden, is een andere tariefstructuur van toepassing.
Gewijzigde heffingskortingen
Hierin zijn alleen de wijzigingen in heffingskortingen opgenomen zoals vermeld in de Memorie van toelichting van het Belastingplan 2022. Deze betreffen belastingplichtigen die jonger zijn dan de AOW-leeftijd. Voor AOW-gerechtigden gelden lagere maxima.
Heffingskortingen |
2022 (€) |
2021 (€) |
Algemene heffingskorting maximaal |
2.874 |
2.837 |
Arbeidskorting max. |
4.260 |
4.205 |
Inkomensafhankelijke combinatiekorting max. |
2.534 |
2.815 |
Jonggehandicapten- |
771 |
761 |
Uitzondering fiscaal partnerbegrip voor toepassing IACK
Voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) wordt de behandeling van belastingplichtigen met een in het buitenland woonachtige partner gelijkgetrokken met de behandeling van belastingplichtigen met een partner die binnenlandse belastingplichtige is.
Iemand die in het buitenland op één adres woont met een niet-werkende partner kan nu voor de IACK nog als alleenstaande worden aangemerkt. Ook kan het voorkomen dat twee buitenlands belastingplichtigen met Nederlands arbeidsinkomen die buiten Nederland op hetzelfde adres met een kind staan ingeschreven, beiden recht hebben op de IACK.
Deze uitzonderingen op het fiscale partnerbegrip zullen niet meer gelden voor de IACK.
Versoepeling huurtoeslag statushouders
De geboorte van een kind bij verblijfsgerechtigde ouders kan leiden tot verlies van huurtoeslag. Het kind beschikt namelijk bij de geboorte niet over een verblijfsvergunning. Voor het recht op huurtoeslag is vereist dat alle bewoners een verblijfsvergunning hebben. Die eis wordt versoepeld. Bij het beoordelen van het recht op huurtoeslag wordt de verblijfsstatus van minderjarige leden van het huishouden niet meer meegewogen. Uitsluitend personen van 18 jaar of ouder moeten over een geldige verblijfsvergunning beschikken.
Technische aanpassing berekeningswijze rendementspercentage box 3
De rendementspercentages voor inkomen uit sparen en beleggen (box 3) worden jaarlijks aangepast. Om deze technische aanpassing voor belastingplichtigen beter controleerbaar te maken, worden de berekeningswijzen in de wet uitdrukkelijk in formulevorm vastgelegd. Hiermee wordt geen verandering aangebracht in de berekeningswijze, alleen de schrijfwijze wordt algebraïsch. De gevolgen van een aanpassing van het basisjaar kunnen vanaf 2022 bij ministeriële regeling worden gedaan.
Wijziging partnerbegrip groene beleggingen
Belastingplichtigen of de partner met vrijgestelde groene beleggingen krijgen een aanslag inkomstenbelasting voor box 3. Deze beleggingen zijn namelijk ook relevant voor de inkomensafhankelijke regelingen. In de Belastingplannen 2022 wordt met terugwerkende kracht naar 1 januari 2021 het opleggen van een aanslag bij de aanwezigheid van groene beleggingen gecorrigeerd. Dan wordt een aanslag alleen opgelegd indien de groene beleggingen behoren tot het bezit van de belastingplichtige of zijn partner met wie hij het gehele jaar gehuwd (of geregistreerd partner) was.